Lumbung
Ben op terugreis van Documenta 15 in Kassel, Duitsland. Op vandaag de meest besproken hoogmis van de hedendaagse kunst. Mijn lichaam vol collectieve kunst, ethische vraagstukken en politieke strijd. En ik voel me energieker dan ooit.
Het verhaal van deze Documenta is niet nieuw maar moest dringend verteld worden op internationale schaal. Net zoals het kleine Wit.h al jaren aan zijn verhaal schrijft is deze tentoonstelling geen eindpunt maar een ‘tussentijd’ in een sociaal artistiek ‘proces’ dat volop aan de hang is. Deze editie zal een duurzaam effect hebben op onze cultuur, hoop ik.
Dit artistieke feest toont een collectieve praktijk doordesemt met pertinente maatschappelijke issues zoals inclusie van minderheden, lbgt+, (de)kolonisatie, identiteit, neoliberalisme, klimaat, … .
En opvallend veel meer kleur en geluid dan wat we gewoon zijn. Op een van de tientallen artistieke video’s zien we:
een jonge Iraakse, lid van een artistiek collectief wordt vermoord. Geen haan die ernaar kraait. Het systeem is dader en slachtoffer. Haar vriendin kunstenaar voelt als meisje de dreiging om elke hoek van de straat en vlucht naar Turkije. Ze landt in de marge zonder papieren en dus ook geen rechten. Uitzichtloos. Uiteindelijk moeten ook haar ouders Irak ontvluchten. Zij komen terecht in Oekraïne. Pas aangekomen breekt er de oorlog uit. Alle contact is verbroken … .
Op de trein huiswaarts surf ik door het Vlaamse nieuws die we de laatst week bewust gemist hebben. Mijn oog valt op deze kop: William Boeva hekelt programma’s als ‘Down the road’: ‘Wij zijn geen bron van feel-good’.
Ik ben wellicht een van de enigen die in deze sector werkt en nog geen enkele aflevering van ‘Down the road’ gezien heeft. En ik wil het ook niet zien om de reden dat William hier perfect omschrijft. Op een dansvoorstelling verrast worden omdat onder de professionele dansers iemand met het syndroom van Down uniek performt, of op een tentoonstelling een werk ontdekken dat een artistieke dialoog aangaat terwijl het gemaakt is door een kunstenaar met een beperking, zijn voorbeelden van inclusie en respect en de ‘feel good’ ver voorbij.
Om dit inclusie proces mee te ondersteunen zet Wit.h de laatste jaren schoorvoetend in op kleine collectieven. Ik schrijf schoorvoetend niet omdat het met kunstenaars met een beperking is maar omdat collectief werken in de beeldende kunst in Vlaanderen geen evidentie is.
Of blijkbaar nergens, als we de vertwijfeling over dit Documenta 15 festival gepubliceerd in sommige vakpers of van gevestigde ‘curatoren’ en ‘kenners’ mogen geloven.
En toch.
Een collectief sluit het individueel talent niet uit maar sluit het meer op elkaar aan zo dat het meer gedeeld kan worden en ingezet voor een duurzamer doel. Tijdens het creatie proces is er een grotere betrokkenheid en meer ontmoeting, meer discussie en leeromgeving, nauwer maatschappelijk belang, gaat het ethische en esthetische discussies niet uit de weg, wordt meer onderhandeld, denk het na over inovatieve economie, minder competitie, het recht op mislukken, … , oogst meer vriendschap.
Hierdoor zit er vertraging op het werkproces, zoveel is zeker. Maar ‘de oogst’ is van een culturele duurzaamheid, wees gerust.
meer kleur meer geluid