historie1

Van welzijn naar cultuur: 1992-2002

De vraag in 1992, van de vakgroep orthopedagogie en professor Van Hove om een kunstproject te organiseren met personen met een verstandelijke handicap in de universiteit van Gent, brengt de huidige artistiek leider en artistiek medewerker van Wit.h, respectievelijk Luc Vandierendonck en Bart Vandevijvere voor de eerste maal samen.
Foto: ‘een weg zonder einde’, Conny Declercq.

Beiden werken op dat moment, als vervolg op hun burgerdienst (weigering militaire dienstplicht) in een zorgvoorziening in het zuiden van West-Vlaanderen: Feniks.
Samen met acht personen met een verstandelijke handicap organiseren ze een workshop en tentoonstelling omtrent de Phoenix Mythologie in UGent.
Op vraag van de enthousiaste deelnemers wordt aansluitend op dit project een kunstatelier opgericht in datzelfde dagcentrum voor personen met een handicap.
Twee jaar later, in 1994, richten we met het atelier ook een ‘Artotheek’ op (de eerste in Vlaanderen), waar het publiek kunstwerken kan lenen, gemaakt in het atelier. De ontmoeting met het publiek staat centraal: Kunst creëert Ontmoeting. Kunst als doel en als middel is van meet af aan een evenwichtsoefening.
Het is de bedoeling om dit ook in een netwerk van zorgvoorzieningen te organiseren, maar helaas blijkt de tijd daar nog niet rijp voor te zijn.
We stellen tot doel een evolutie te bewerkstelligen van ‘zorg’ naar ‘autonomie’, van ‘stigma’ naar ‘integratie’, van ‘welzijn’ naar ‘cultuur’.

In 1998 wordt een oude, verbouwde molenaarsschuur in Zwevegem (W-VL) de nieuwe context en krijgt het ganse kunstproject de naam ‘Het Molenhuis’. Er ontstaat een ware explosie aan activiteiten, tentoonstellingen, workshops, … de kiem van experiment wordt er gelegd.
We streven naar een dynamische, experimentele werking en kunnen ons niet vinden in de museale, wetenschappelijke, stigmatiserende werking van de Outsider Art. Hoewel die term in het kunstbedrijf algemeen erkend wordt, vinden we het gebruik ervan niet opportuun. Communicatief gezien kiezen we hierbij niet de gemakkelijkste weg.
Inhoudelijk echter willen we evoluties bewerkstelligen, artistieke trajecten afleggen, mensen ondersteunen, meenemen, confronteren, bevragen en bevestigen. We verleggen de focus op handicap, beperking, vertraging en syndroom naar de kwaliteiten van de persoon (deelnemer) zelf en zijn artistiek traject in een maatschappelijke context. Zowel in de kunstsector als in de zorg voor personen met een handicap is dit vernieuwend.

In 2001 ondernemen we een nieuwe poging om een netwerk uit te bouwen onder impuls van het Interreg project ‘Kunst creëert ontmoeting’. Deze keer wel met (bescheiden) succes, en samen met Galerie de Kaai uit Goes (NL) wordt een vzw opgericht: Wit.h (2002, met project subsidies Euregio Scheldemond).
In deze naam zit de kleur ‘Wit’, die verwijst naar onze core business, zijnde beeldende kunst. Het woord is visueel erg herkenbaar en het verwoordt ook onze sociale intenties. Wit is het spectrum van alle kleuren. Het staat ook symbool voor ontmoeting. Maar toch willen we een verwijzing toevoegen naar de bijzondere doelgroep en zo wordt ‘.h’ eraan toegevoegd. Meteen krijgt de naam iets internationaals, en dat in de Engelse term With, die vertaald naar onze inclusieve artistieke doelstellingen samenwerken ‘met’ impliceert.
Brugge is dat jaar culturele hoofdstad van Europa en in deze context kan Wit.h het artotheek netwerk voorstellen aan pers en publiek. Tegelijk werken we, samen met Brugge Plus en Art en Marge (Brussel), mee aan het project ‘Kanttekening’. In dit project werken vier duo’s samen: een kunstenaar met een beperking vormt telkens een span met een professionele kunstenaar. De keuze voor de deelnemers is weloverwogen en artistiek uitdagend, met o.a. Jacques Charlier, Ronny Delrue, Hendrik Heffinck, Alexis Lippstreu …
Tot op vandaag is het een erg beproefd concept dat we nog steeds verfijnen in onze ‘expedities’.

“Wit.h bewijst dat je met de nodige dosis koppigheid een sociaal-artistieke werking op poten kunt zetten die zowel sociaal als artistiek bevredigend is.” Nicolas Quaghebeur
historie2

Van project naar professionele werkplek 2002-2012

Vanaf 2002  volgen de projecten elkaar in snel tempo op en lopen soms door en over elkaar heen. Samen met de kunstenaars en deelnemers lopen we een pad. Ook al weten we niet altijd hoe en waarheen het loopt, telkens is er een intuïtief aanvoelen dat de wind uit de goeie richting komt.
Ook met de communicatie en de ontvangst van het publiek wordt geëxperimenteerd en vinden we talrijke nieuwe methoden.

Financieel kunnen we ons redden dankzij af en toe een experimentele projectsubsidie van de provincie West-Vlaanderen en van de Vlaamse Gemeenschap. Maar vooral de nauwe samenwerking met Kunstwerkplaats de Zandberg in Harelbeke (W-VL), gesubsidieerd door het Vlaams Fonds, helpt ons overeind. Wit.h kan zich ook (goedkoop) huisvesten in een pand grenzend aan deze kunstwerkplaats; een werkplaats die we nota bene zelf mee opgericht hebben i.s.m. alweer dagcentrum Feniks.
In 2005 zetten we twee projecten op touw die de basis zullen vormen van ons  sociaalartistiek concept, nl. ‘Camping Zandberg’ (Harelbeke) en ‘Ventilatie’ (Brugge). Als toonbeeld van wanorde zijn beide projecten ongeëvenaard. Maar het is net de zoektocht naar verbindingen die daar ontstaan die in 2006 structureel vastgelegd wordt. Trajecten, processen, performance, tentoonstelling, museum, erfgoed, hedendaagse kunst, kunstenaars met en zonder beperkingen, … een broeinest en het bewijs dat ‘sociaal’ en ‘artistiek’ een nieuwe eenheid kan vormen.
In 2006 / 2007 wordt Wit.h structureel erkend als tweejarig project binnen het toenmalig nieuwe kunstendecreet van de Vlaamse Gemeenschap. Zo wordt Wit.h officieel een sociaalartistieke werking die inclusief werkt. Het krijgt ook de kans om personeel vast in dienst te nemen. De professionalisering krijgt een boost. Het ontwikkelen van enerzijds artistiek agogische concepten en anderzijds meer vormelijke aspecten (zoals het contact met de kunstenaars, de creatieprocessen, de tentoonstellingen, de performances, de tafelredes en het documenteren) krijgt de prioriteit. Het is logisch dat slechts 1 personeelslid snel onvoldoende blijkt.
Ook zakelijk wordt dit een duidelijke stap naar professionalisering. De artistiek leider is ook zakelijk leider. Om dit allemaal haalbaar te houden worden twee adviesgroepen opgericht die door vrijwilligers worden gedragen en ondersteunend werken: er is ‘Fresh Air’, dat de werking artistiek adviseert en ondersteunt, en er is de ‘zakelijke cel’, die hetzelfde doet op zakelijk vlak. Tot 2017 blijven beide werkgroepen functioneren, weliswaar in andere bezettingen.
Vanaf 2007 kan Wit.h ook autonoom werken, los van de zorgcentra, en makkelijker allianties sluiten met andere culturele en sociaalartistieke organisaties.

Voor de eerste maal wordt een artistiek plafond doorbroken. Enerzijds door de kunstenaars met een beperking te empoweren, waardoor de artistieke kwaliteit enorm stijgt.
Maar anderzijds ook door als organisatie zelf veel belang te hechten aan reflectie, nuance en intuïtie. Alles wordt gewikt en gewogen, en goed uitgebalanceerd.
Erg opvallend is dat vanaf deze periode de publieke opkomst gevoelig stijgt en dat het publiek bovendien erg heterogeen blijkt samengesteld. Wij verwelkomen zowel mensen uit de buurt als professionelen uit de kunstsector.

In 2008 / 2009 krijgt Wit.h opnieuw een structurele erkenning en stijgt de subsidie naar +/- €130.000. Hierdoor kunnen we een artistiek medewerker aanwerven en zo komt kunstenaar Bart Vandevijvere bij Wit.h werken. De inzet hierbij is nog meer focus op de kwaliteit van het artistieke proces. Hiervoor zetten we in op de capaciteiten van de deelnemers (zowel nieuwelingen als habitués) door ze meer inspraak te geven en ze tegelijk uit te dagen om grenzen te verleggen op alle mogelijke vlakken.
Daarnaast brengen we hun gespecialiseerde artistiek/zorg begeleiders, mentoren en coaches samen teneinde hen mee te ondersteunen. Dit blijkt tot op de dag van vandaag een belangrijk gegeven om processen op lange termijn kans op slagen te geven (voor- en nazorg).
Inclusie is en blijft de grote missie.
Inzetten op artistieke kwaliteit kan de beeldvorming positief beïnvloeden, wat noodzakelijk is in deze evolutie. En om dit ingang te doen vinden proberen we het netwerk van Wit.h zo breed mogelijk te laten evolueren. Een mijlpaal project in deze is BEZET (2008 in de huidige BUDAfabriek Kortrijk). Deze residentie (van drie maanden) haalt de deelnemers volledig uit hun comfortzone en de daarbij gepaard gaande uitdaging ontwikkelt een nieuw concept binnen de beeldende kunst. Naast individueel werk vindt er een accentverschuiving plaats naar ‘samen’ werken. Soms komt dit door de inspirerende nabijheid van de ander, soms krijgt dit de vorm van een ware symbiose met de ontwikkeling van totaal nieuw werk tot gevolg. De gelijkwaardige samenwerking tussen topprofessionelen en kunstenaars met een verstandelijke beperking die hier op de spits wordt gedreven, zal model staan voor de verdere evolutie van Wit.h. Uiteraard kan dit niet zonder de verdere uitbouw van een breed netwerk met andere (regionale) culturele spelers zoals Buda Kunstencentrum, de Kreun, het Spectra Ensemble en ook andere sociaalartistieke werkingen zoals de Figuranten Menen. Erg opvallend is de manier waarop BEZET wordt gepresenteerd. Het wijkt totaal af van een klassieke tentoonstelling en wordt tot een artistieke happening die het publiek en de kunstenaars wel erg dicht bij elkaar brengt.
Dit netwerkdenken geeft ook aanleiding tot een internationale werking. Met Waalse, Nederlandse en Hongaarse partners zetten we het drie jaar durende project ‘Art in Difference’ op. Tegelijk zijn we medeoprichter van de European Outsider Art association, maar wanneer blijkt dat er binnen dit netwerk weinig aandacht is voor het meer dynamische sociaalartistieke werk nemen we snel de benen. Desondanks leren we er wel heel wat Europese kunstateliers kennen.
In de zomer 2009 verhuist Wit.h van Harelbeke naar het centrum van Kortrijk. Alweer een belangrijke beslissing in de ontwikkeling, zo zal later blijken. Hierdoor is de bereikbaarheid voor de doelgroep veel groter geworden door de nabijheid van het openbaar vervoer. Ook de communicatie naar hen is veel duidelijker geworden nu we niet langer binnen de gebouwen van een ‘zorg’ organisatie werken. Er ontstaan  talrijke nieuwe samenwerkingsmogelijkheden met sociale en artistieke partners. Ook de mogelijkheden tot buurtgerichte acties zorgen voor een breder publieksbereik, een grotere sociale mix en superdiversiteit. Bovendien beschikt de nieuwe accommodatie zowel over atelierruimte, tentoonstellingsruimte, een kantoor, een vergaderruimte en een keuken. Het is een unieke plek met een atmosfeer die onvermijdelijk aanzet tot creatie en inleving.
In de sector van de professionele kunst groeit het respect en geloof in deze werkmethode. Sociaal artistiek werk en participatie veroveren een plek in de hedendaagse kunst.

De werking van het artotheeknetwerk bouwen we af. Die wordt overgedragen naar de voorzieningen zelf.

Vanaf 2010 heeft de stad Kortrijk €7000 subsidies ingeschreven op de begroting, worden we door de provincie West-Vlaanderen structureel erkend en voor €7000 gefinancierd, en stijgt de ondersteuning van de Vlaamse Gemeenschap tot +/- € 201.000. Hiermee neemt Wit.h de tweede kaap in zijn geschiedenis en groeit de geloofwaardigheid om de missie en doelstellingen in de volgende jaren grotendeels te realiseren. Het team versterken met een zakelijk medewerker is de eerstvolgende stap. Het is noodzakelijk om vanaf dit moment onze interne communicatie (team en RvB), de opvolging van de beslissingen, de opvolging van de begroting, de boekhouding en de administratie professioneel uit te bouwen en zo uit te groeien tot een autonome kunstenorganisatie.
Ook met de communicatie met en de ontvangst van het publiek wordt geëxperimenteerd en vinden we talrijke nieuwe methoden.
Het is opmerkelijk dat we vanaf 2010 nog meer multidisciplinair gaan denken en vanuit de beeldende kunst experimenteren met andere disciplines, met name dans (Le Sacre du Printemps), muziek (de Wild Classical Music Ensemble breekt door) maar ook nieuwe concepten zoals de Vrijbus (performance, literatuur, mobiel). Beeldende kunst blijft onze core business maar deze uitstappen verrijken de werking en uit de crossovers ontstaan nieuwe ideeën. Samen met VIVES Kortrijk (voorheen Katho) ontvangen we vanaf 2010 jaarlijks Erasmus studenten voor een artistieke samenwerking. En we stappen samen met Buda Kunstencentrum en muziekcentrum de Kreun in het stadsfestival Kortrijk Congé. Vanaf 2011 en 2012 zal Wit.h zich uiterst concentreren om zijn ervaringen scherper om te zetten in sociaalartistieke processen die tegelijk een kwalitatieve, unieke productie opleveren. Vooral de uitdaging voor de kunstenaars met en zonder verstandelijke beperking om nieuwe processen uit te proberen in een nieuwe context, leidt tot bijzondere ervaringen en resultaten. Dit kan enkel bij Wit.h. We vieren ons officieel tienjarig bestaan met het project ‘de Grote Soep’!

Een concrete omschrijving van de projecten vind je terug in ons Archief op deze website.

historie3

Inclusie en experiment: 2012-2022

Hoeveel jaar hebben we nodig om een nieuw artistiek concept te initiëren en de samenleving inclusief te maken? Geen idee, maar we maken er werk van!

Wit.h wordt kritischer. Maatschappelijk blijven mensen uitgesloten worden en ook de (beeldende) kunst(markt) profileert zich als een gesloten bastion. Het lijkt alsof de uitdaging tot inclusie net moeilijker wordt naarmate Wit.h verder vooruitgang boekt. Maar we kiezen ervoor om het ingeslagen pad verder te zetten en vooral willen we de kunstenaars kansen geven om zich te ontplooien, en dat met scherpe artistieke projecten.

Foto: ‘Tombe van de laatste Downer’, Robbert&Frank Frank&Robbert, Laurence Demets, Tony Coopman.

In 2013 wordt Wit.h door de Vlaamse Gemeenschap beloond en stijgen de subsidies met 20%. Op zoek naar meer efficiëntie in de veelheid aan projecten en samenwerkingen brengt Wit.h meer structuur in zijn methodisch werken. Vanaf nu doorloopt elk project vier sporen: een creatieproces, een tentoonstelling of toonmoment, een reflectie en support (voor- en nazorg). Er wordt een extra artistiek medewerker in dienst genomen, met ervaring in het vormingswerk en de museumwereld, kunsthistorica Els Vermeersch. Zij slaagt erin een communicatieve vertaling te maken van het creatieproces op de tentoonstelling en gelijklopend een grotere publieksparticipatie te realiseren.
2013 en 2014 worden artistieke en publieke topjaren. De autonome positie van Wit.h stimuleert kunstenaars met een beperking om op residentie te komen, ver weg van hun gekende zorgsysteem, in dialoog met kunstenaars en organisatoren die zich alles behalve als opvoeders profileren. De uitdaging is voor hen groot maar het resultaat voelt aan als een overwinning op zichzelf en op de samenleving.
Maar ook de vorm wordt steeds meer uitgedaagd. Zo bijvoorbeeld wordt met het Dadaistisch project ‘Weltmerz’ de herdenking aan WOI bewust een jaar te vroeg gevierd en dat in een stijl die alle conventies doorbreekt. Ondertussen maakt The Wild Classical Music Ensemble zich op voor een internationale toer.

Maar Wit.h wordt ook kritischer. Maatschappelijk blijven mensen uitgesloten worden en ook de (beeldende) kunst(markt) profileert zich als een gesloten bastion. Het lijkt alsof de uitdaging tot inclusie net moeilijker wordt naarmate Wit.h verder vooruitgang boekt. Maar we kiezen ervoor om het ingeslagen pad verder te zetten en vooral willen we de kunstenaars kansen geven om zich te ontplooien, en dat met scherpe artistieke projecten.
Van 2014 tot ’16 speelt Wit.h zijn rol als sociaal artistiek kunstencentrum voortreffelijk. We combineren een regionale verankering met de uitbouw van een internationaal netwerk rond kunst van personen met een beperking, outsider art en vele afgeleiden. De samenwerking met de stad Kortrijk krijgt extra aandacht wanneer we verplicht tijdelijk verhuizen naar een voormalige kliniek annex politiekantoor, omdat ons eigen gebouw in de bouwput van de Leiewerken terecht komt. We dopen Wit.h om tot ‘Museum aan de Overkant’ (letterlijk en figuurlijk) en organiseren er drie korte expedities waaronder Time is With Us, omtrent het thema ‘tijd’, met bijzondere aandacht voor performance en voor de eerste maal ‘het inclusief koor voor één dag’ o.l.v. Peter Arthur Caessens zaliger. We sluiten ons verblijf af met een ode aan dokter Valcke, stichter en bouwheer van deze voormalige kliniek en trekken in 2016 terug naar Overleie 1. Bij aanvang van het project 1000 Patronen weten we niet dat een nieuwe verhuis al weer in de sterren staat geschreven. Onder een sterke impuls van de deelnemende kunstenaars die de visie van Wit.h au serieux nemen, vindt de tentoonstelling 1000 Partronen zijn stek in het Texture museum in Kortrijk en dus niet in ons eigen gebouw. De kunstwerken, het thema en de inclusieve doelstelling vallen hier perfect samen.
De sector voor personen met een beperking is op dat moment volop in beweging.
Vanaf 2017 wordt een nieuw financieringssysteem in het leven geroepen waarin personen met een handicap meer zelf kunnen beslissen hoe en waar ze hun zorg inkopen. Organisatorisch en financieel is dit niet meteen het beste wat het beleid in Vlaanderen heeft voortgebracht maar de toegenomen zelfbeschikking lijkt voor Wit.h een belangrijke stap in de richting van inclusie en de autonomie van kunstenaars met een beperking. Bij Wit.h zelf stijgen de kunstsubsidies met slechts een kleine tien procent en lijken de grote plannen voor de toekomst eensklaps bevroren. We laten de moed niet zakken en tijdens een studiebezoek aan onze collega’s van Die Schlumper in Hamburg wordt een belangrijke knoop doorgehakt. Wit.h verlaat doelbewust het paradijselijke pand op Overleie nr. 1 en ruilt dit in voor een klein kantoor in het centrum van de stad Kortrijk. Daar is een reden voor: we willen voorkomen dat we zelf gestigmatiseerd worden en bijgevolg verplichten we onszelf om nog meer inclusief te werken door de eigen werkplek te minimaliseren.
In 2018 – 2022 lukt het beter dan verwacht. Al snel blijkt dat we voor elke actie wel ergens onderdak vinden bij partners, waarvoor onze dank.
Maar we nemen een nog belangrijker besluit. Gezien we merken dat de expeditie Bloedtest zoveel aandacht vraagt maar ook zoveel teweeg brengt bij de kunstenaars en het vaste publiek, kiezen we voor een grotere tijdsinvestering in deze expeditie. Anders gesteld willen we vanaf nu enkel en alleen nog focussen op dit ene project. Concreet voorzien we vanaf heden gemiddeld een drietal jaar om een expeditie uit te werken. In de praktijk betekent dit dat alles waar we zelf initiatief in nemen in functie staat van die ene lopende expeditie. Zo komt er gemiddeld pas om de drie jaar een grote tentoonstelling (in een coproductie met Museum dr. Guislain) en alles wat zich daartussen afspeelt is de daarvan de voorbode.
Wit.h focust op verbreding, verdieping en verbinding. De expeditie Bloedtest wordt een succes en deze werkwijze luidt een nieuwe periode in. Nog tot 2022 loopt de expeditie De Windstoot.
Wit.h gaat hiernaast ook in op uitnodigingen van collega’s om mee te werken.

Deze website maakt gebruik van cookies. Door op ‘accepteren’ te klikken, ga je akkoord met ons privacybeleid.