Vandaag had ik een uitgebreid gesprek met P., de man achter onze podcast en de Bloedtest youtube reeks ‘in dialoog met’. Deze keer lieten we ons niet gaan aan filosofische overpeinzingen of unieke verhalen uit de onuitputtelijke lees bron van P.

Neen, vandaag spreken we over geld. De kwestie die voor ligt is een oud zeer. Professionele kunstenaars worden bij Wit.h betaald voor hun ontwikkeling maar de crip kunstenaar niet. Ook niet nodig want die beschikt doorgaans over een vervangingsinkomen. En bovendien zijn heel wat kunstenaars met een verstandelijke beperking niet echt geïnteresseerd in harde valuta.

Maar Piet heeft geen verstandelijke beperking, hij is blind. En ja hij heeft een vervangingsinkomen en mits een erg sober leven zou dit misschien volstaan om te leven. Dit is althans het uitgangspunt van de zorgverstrekker. En dus brengt elke variante op deze visie complexe gevolgen met zich mee. Want P. heeft literatuur gestudeerd en wilt dus werken. Door zijn gezondheidssituatie is dit moeilijk in een klassieke werkomgeving maar dit is makkelijk te overbruggen. Echter, wanneer hij iets verdient moet zijn tegemoetkoming herberekend worden. Wat misschien logisch is maar niet zo eenvoudig uit te voeren. Zeker wanneer die inkomens erg variabel zijn en dus niet rechtstreeks uit een vast loon komen. Na een aantal boetes en wat administratief gerommel is hij nu nog steeds blind maar ook zelfstandige. Ok dit lukt, maar werken krijgt meer een sociale functie dan een financiële.

Iets wat ze in de wereld van mensen met een verstandelijke handicap al lang weten. Deze mensen moeten net betalen om tijdens de dag in een dagcentrum te werken. Maar door deze vorm van arbeid krijgt het zelfwaardegevoel een grote stimulans.

En mogen zij dan iets bij verdienen? Complex verhaal omdat het ook te maken heeft met fiscaliteit en  FOD sociale zaken die de vervangingslonen regelt houdt zich niet bezig met fiscale zaken. Afhankelijk van de individuele situatie bestaat ergens een vrij onduidelijke regel dat je iemand met een verstandelijke beperking toch in dienst kan nemen voor een beperkte periode zonder het invloed heeft op het vervangingsinkomen. Als arbeidsintegratie maatregel.

Wat ook kan is uiteraard terug betalen van onkosten en de vrijwilligers vergoeding want die komen niet in de belastingen terecht. Net als de KVR (kleine vergoedingsregeling) die je als officieel kunstenaar kunt ontvangen. Beide systemen zijn laag geplafonneerd.
En zo vult de ganse kamer zich deze middag met systemen die elkaar opheffen of tegenspreken tot op het eind alle goesting om artistiek te werken vervliegt.

Werk heeft waarde. Ook in de kunstensector. Kunsten organisaties en kunstwerkers moeten juist kunnen werken: door volwaardige subsidiëring, correcte betaling, goede arbeidsomstandigheden en transparante samenwerkingen. In de komende weken maken we verder de vertaalslag van goede bedoelingen naar concrete praktijk.

Deze website maakt gebruik van cookies. Door op ‘accepteren’ te klikken, ga je akkoord met ons privacybeleid.