franky

Ik weet niet zo goed wat ik daarmee heb, met sociaalartistieke projecten.

Natuurlijk, er is veel plaats onder de zon, dus zeker ook voor kunst door mensen uit een achterstellingsituatie of kunst door mensen met een verstandelijke beperking. Maar die combinatie wringt. Waarom? Omdat ik er – ouderwets – vanuit ga dat kunst enkel kan ontstaan vanuit een overwogen drang, noem het “o cliché” een intellectuele noodzaak. Die drang kan er wel zijn bij mensen met een verstandelijke beperking, daar twijfel ik niet aan. Maar kan hij overwogen zijn? Kan hij zich in meer tonen dan in ontspannend tijdverdrijf of in een impulsieve penseeltrek?

Kunst dialogeert. Kunst spreekt, ontroert, ontwapent, hitst op… Maar dat is niet voldoende; een aangelegde tuin doet dat ook, een lekker dessert, of een frivool zeteltje in een tweedehandszaak aan het Vossenplein… De essentie is de noodzaak van de kunstenaar om doorheen zijn kunst te dialogeren. Deze – ik geef toe- rationele benadering impliceert dat aan elk kunstwerk een vraagstelling vooraf gaat. In mijn beleving is die vraagstelling een conditio sine qua non om tot een kunstwerk te komen. Omdat mensen met een verstandelijke beperking die vraagstelling moeilijk verbaal kunnen expliciteren, ga ik er dan maar – kort door de bocht- van uit dat deze niet bestaat. Schrijf dit maar toe aan mijn eigen verstandelijke beperking.

Bij veel kunst is de vraagstelling soms interessanter dan het werk dat eruit voorkomt. Omdat die vraagstelling vrij is van elke ruimtelijke, financiële en productionele beperking. Kunstenaars broeden, fantaseren, filosoferen, zoeken inspiratie in de literatuur, zelfs bij dronkkenmansgesprekken. Die startanalyse is radicaal, omdat ze nog tot het rijk der luchtkastelen en fantasie kan behoren. Daar is per definitie de ‘sky the limit’. Alles wat nadien komt is werelds. De kunstenaar zoekt centen: hij vraagt subsidies aan, zoekt coproducenten in binnen- en buitenland. Hij klopt bij kunstencentra – zoals BUDA – aan, boekt studio’s, organiseert audities, versiert speelplekken. Dit proces is het proces van afscheid. Permanent loert het compromis om de hoek. Het opgebouwde discours of het gefantaseerde beeld blijkt niet te vangen in een theaterstudio of niet te verwerkelijken op een tweedimensionaal doek. De groepsdans wordt een duet, vanwege te duur. De seksuele geladenheid wordt omzwachteld, vanwege te vulgair. Het apocalyptisch slotbeeld geschrapt, vanwege de brandweer.

Gelukkig zijn er de gesprekken met kunstenaars, de interviews, voor-en nabesprekingen en essays in gespecialiseerde tijdschriften om te achterhalen wat de kunstenaar initieel wou communiceren. Soms gebruikt als pure pose, als excuus voor de zwakte van het beeld, als dekmantel voor de flauwe voorstelling. De allerbesten maken van die pose hun kunst. Ze imponeren door wat ze zeggen, niet door wat ze doen of tonen. Ze dragen de kleren van de keizer.

Geef mij in dat geval dan maar ‘het blote’ van kunstenaars binnen sociaalartistieke projecten. Pose niet aan de orde, want nooit over nagedacht. Het mercantiele is geen drijfveer, want in die sector floreren geen centen. Hun kunst hoeft niet tegendraads, mainstream, eigentijds, interessant of subversief te zijn. Bevrijd van alle do’s en don’ts in de reguliere kunstwereld moet hun kunst autonoom staan als een huis. Wanneer zij erin slagen om hun noodzaak te communiceren (en dan zijn ze het esthetische of therapeutische al lang voorbij), dan is de kans groot dat het resultaat ‘vrijer’ is. Hun weg tussen hun fantasie-idee en de uitvoering ervan wordt niet gestremd door financiële, ruimtelijke, productionele en ego-obstakels. Het is die helderheid die je voelt en die veelal een ander universum teweegbrengt.

Dit fundamenteel ander artistiek resultaat prikkelt me en doet me wankelen. Kunst zonder overwogen drang blijkt misschien toch mogelijk. Sowieso is het spannend en interessant om het te confronteren met artiesten, publiek en denkkaders uit de reguliere kunstensector. Dit is mijn motivatie om op deze samenwerking tussen vzw Wit.h en kunstencentrum BUDA te antwoorden met een overtuigde “JA!”.

Franky Devos
Algemeen directeur van kunstencentrum BUDA in Kortrijk.

Deze website maakt gebruik van cookies. Door op ‘accepteren’ te klikken, ga je akkoord met ons privacybeleid.