2 juni 2021
Kuurne

Beste Franky,

Enige tijd terug vroeg kunstencentrum vzw Wit.h mij om brieven te schrijven voor hun online magazine. Daarin wordt telkens een koppeling gemaakt met de tweemaandelijkse tentoonstellingen van de artistieke expeditie ‘De Windstoot’. Een zoektocht naar (on)macht. Midden september opent de expo met werk van Ivan Vander Vliet, een kunstenaar verbonden aan de artistieke werkplek Studio Borgerstein. 

Als thema koos de redactie: kunst en prestige. Geen voor de hand liggend thema. Wat is prestige precies? Het doet denken aan succes, maar dat dekt de lading niet helemaal. Het is niet omdat je succesvol bent binnen een bepaalde discipline, dat je als prestigieus beschouwd wordt. Denk maar aan verschillende popmuzikanten die bakken met geld verdienen, maar nooit echt serieus genomen worden. De ‘Van Dale’ omschrijft prestige als ‘invloed, aanzien.’

Als we binnen het Vlaamse kunstenlandschap kijken dan is Kunstencentrum Voo?uit wat mij betreft een prestigieuze organisatie. Jullie hebben een invloed op enerzijds de samenleving, of toch een deel ervan, en anderzijds op makers. Dat merkte je nog maar eens na de hele consternatie die ontstond over de naamsverandering van het kunstencentrum. Het laat mensen niet onberoerd.

Ik wil hier niet de discussie opnieuw opvoeren over het al dan niet veranderen van naam. Het lijkt mij een logische keuze, waar jullie niet onderuit kunnen. Want alleen op deze manier kan het kunstencentrum zijn autonomie behouden. Wat ik mij echter afvraag is, hoe kijken jullie naar de toekomst? Zijn jullie bang dat een nieuwe naam een stuk van jullie invloed zal wegnemen? Dat jullie je extra zullen moeten bewijzen om het kunstencentrum onder vernieuwde naam op de kaart te krijgen?

Laten we nog even terugkeren naar Ivan Vander Vliet en kunstenaars met een beperking in de bredere zin. Als kunstencentrum zijn jullie sinds enige tijd vaste partner van Platform-K, een organisatie die onderzoekt hoe dansers met een beperking een invloed kunnen uitoefenen op de hedendaagse dans. Op jullie website verwoorden jullie zelf dat we nog steeds achterop hinken op het gebied van dans met mensen met een beperking. Merken jullie dat er reeds een verandering ingezet is bij het publiek? Helpt het een organisatie als Platform-K om zich te verbinden aan een prestigieus kunstencentrum om zo meer erkenning te krijgen binnen het bredere kunstenveld en de samenleving?

Hartelijke groet,
Thomas

Prestige = 'invloed, aanzien'
IVV_2020_010

Ivan Vander Vliet schildert het liefst van al portretten. Gezichtsexpressies kan hij in enkele karakteristieke lijnen weergeven. Zo herken je in zijn reeks van portretten met gemak een collega, Bart Peters, Luc Tuymans of Dalilla Hermans. Hij haalt zijn inspiratie voornamelijk uit weekbladen en magazines. Humo is zijn favoriet. Deze worden dan ook elke pauze stipt om half 11 onder het genot van 1 koffie, 1 klontje suiker gelezen.

Gent, 30 juni 2021

Beste Thomas,

Dank voor je brief en je pertinente vragen. Je omschrijft Voo?uit als een prestigieuze organisatie en eigenlijk weet ik niet of ik daar blij moet mee zijn. Prestige klink als klatergoud, als opsmuk, als een laag vernis die er ook vanaf kan gekrast worden.

Dat het Feestpaleis van Voo?uit gezien wordt als een prestigieus monument is mooi. Het zorgt ervoor dat we zorgzaam omgaan met deze parel die voor de Wereldtentoonstelling van 1913 in Gent werd gebouwd. Het is ook een vloek. Immers, het zijn barre tijden voor alles van prestige en dat is maar goed ook. Prestige verhoogt drempels, prestige werpt barrières op voor iedereen die meent er geen toegang toe te hebben. Net zoals er weinig toekomst is voor directeurs-zonnekoningen bij grote culturele huizen, zijn cultuurtempels een relict uit de vorige eeuw. En toch mogen wij er een bewonen.

Elke dag halen wij het monument van Voo?uit neer, waardoor het toegankelijker wordt voor iedereen die op zoek is naar het schone en het wijze. De katholieken bouwden kathedralen van kathedralen zodat mensen zich er nietig voelden. Dit kan je toch niet willen voor een kunstenhuis.

Weet je, Thomas, recent is er een nieuwe grote inkom gecreëerd bij ons gebouw. Er is gekozen om een overdekte buitenruimte te maken, waarmee we de openbare ruimte binnentrekken in het gebouw. De Oostenrijkse kunstenaar Christophe Hefti heeft een tegelvloer ontworpen in de vorm van een omgekeerde rode loper. Claim Voo?uit! Dat is wat we willen. Dat gebeurt ook, door Gentse skaters, door tipsy rokende muziekliefhebbers,…

Voo?uit is van iedereen. Net daarom zijn we ontgoocheld in de voormalige sp.a. Door de naam te gebruiken voor hun politieke beweging – waarvoor er historische gronden zijn, I know – ondergraven ze de brede toegang tot de Voo?uit. Een kunstenhuis kan niet dezelfde naam dragen als een politieke partij, al was het maar omdat een kunstenhuis vragen stelt en een politieke partij almaar antwoorden orakelt. Wie mensen dwingt partijpolitiek te zijn, krijgt partijpolitieke verdeeldheid. Dat is net wat Voo?uit niet wil.

Neen, we zijn niet bang dat een nieuwe naam voor de werking – het gebouw zal voortaan De Vooruit heten – onze invloed zal doen afnemen. Omdat wij menen dat die invloed net komt door de autonome stem die we dagelijks aan verschillende kunstenaars geven. Dit deden ze gisteren en dat zullen ze morgen ook doen. Wat een bevrijding dat zij dat kunnen doen onder een vlag die ze zelf invullen en niet onder die van een politieke partij.

“Welkom is werk”, staat er in de inkomhal van Voo?uit. Generositeit naar publiek en kunstenaar, ook met een beperking, vraagt engagement. Dit proberen we bij Voo?uit met zorg te doen. De mensen van Platform K en Grand Atelier La S helpen ons daarbij. Zij hebben lak aan prestige. Ze kijken mijn collega’s en het publiek frontaal aan. Net als de schilderijen van Ivan Vander Vliet. Hun blikken doorprikken prestige.

Hartelijk,

Franky Devos,

“Welkom is werk”
DSC_2875

Met een verrassende, schijnbare eenvoud, schildert Ivan Van der Vliet mensen. Hij maakt geen onderscheid tussen rang of stand, met of zonder prestige, bekend of anoniem. Gewoon mensen. We zijn allemaal gewoon maar mensen.

Beste Franky,

Hoe komt het dat we binnen de huidige samenleving prestige als iets vies beschouwen? Als een elitair keurslijf. Is het wel zo dat een kunstencentrum niet prestigieus en toegankelijk kan zijn. Het een sluit het ander niet uit volgens mij. Prestige is volgens mij niet hetzelfde als cultureel elitarisme. Want daar begint het natuurlijk mee. Hoe interpreteren we prestige? Vanuit welke blik kijken we?

De tijd van zonnekoningen in cultuurhuizen is voorbij. Voor hen is er terecht geen plaats meer. Het zijn huizen die hun prestige verliezen. Vaak omdat ze wereldvreemd zijn en hun voeling met de samenleving kwijtraken. Want zoals we uit Van Dale leren is prestige invloed en aanzien hebben. Als er niemand nog naar je luistert dan verdwijnt de invloed, en bij gevolg prestige.

Het is vanuit die optiek dat ik Kunstencentrum Voo?uit als prestigieus bestempel. Omdat jullie een invloed hebben op het kunstenlandschap. Vanuit die positie kunnen jullie de muren openbreken en het centrum teruggeven aan de mensen. Prestige kan met andere woorden ook een positieve kentering in gang zetten.

Het klopt denk ik dat kunstenaars als Ivan Vander Vliet, of dansers van Platform K niet bewust op zoek zijn naar prestige. Ze zijn misschien wel de meest authentieke makers, net omdat ze dicht bij zichzelf blijven. Ze houden geen rekening met de blik van de ander of de geldende normen binnen de maatschappij.

Toch kunnen we ons de vraag stellen is er een verschil hoe hun werk gepercipieerd wordt door het publiek. Zou de dansvoorstelling Common Ground evengoed onthaald worden door het publiek, wanneer de voorstelling in een parochiaal centrum getoond zou worden? Zouden de dansers de aandacht gekregen hebben die ze verdienen? Natuurlijk is het niet de plaats van een voorstelling of een expositie die een werk al dan niet goed maakt. Het kan er echter wel voor zorgen dat het publiek er met een andere blik naar kijkt.

Voo?uit blijft voor mij een prestigieus centrum. Een plaats die de vinger aan de pols houdt. Dat wordt nog maar eens bewezen door jouw brief. Er wordt niet geteerd op het verleden. Want wie prestigieus, of zoals Van Dale het zegt invloedrijk, wil blijven moet de relevante vragen durven stellen. Moet zichzelf in vraag stellen.

Hartelijke groet,
Thomas

We zijn allemaal gewoon maar mensen
IVV_2016_012

Zijn werk is kleurrijk, frontaal en toont een onbegrensd oog voor detail. Het is tweedimensionaal en toch voelt het niet vlak aan. De kleurvelden zitten vol gelaagdheid en de lijnvoeringen leggen duidelijke accenten. De portretten kijken ons als toeschouwer recht in de ogen aan.

Gent, 29 juli 2021 (de avond voor mijn vakantie)

Dag Thomas,

Sorry dat je even op mijn antwoord moest wachten. Ik had mijn handen vol met de onpoëtische kant van mijn job: sollicitaties, beleidsplannen, nadenken over nieuwe bestuursvormen.

Ik ben blij dat je erkent dat Voo?uit niet teert op haar verleden en zichzelf in vraag stelt. Mispak je echter niet aan de claim die het verleden op ons legt. Dit hoeft niet negatief te zijn: het sociaal en ecologisch engagement dat Voo?uit dagelijks toont in haar werking en programma heeft diepe wortels in de beweging waaruit we gegroeid zijn. Maar, die wortels zorgen er ook voor dat we minder beweeglijk zijn, zeker wanneer we een burcht van een gebouw bewonen.

Die geschiedenis en dit monument is ook een keurslijf. Ik kijk met een verlangende – en allicht romantisch vertroebelde – blik naar de kracht van nomadische kunstpraktijken. Zie ook: Wit.h! De laatste twintig jaar is de kracht en betekenis van authentieke sites door artiesten en publiek ontdekt. Steden en projectontwikkelaars spelen daar slim op in door bij wijze van “tijdelijke invulling” jonge collectieven ruimte te geven. Zij gebruiken een aantal jaar leegstaande panden voor de creatie en presentatie van nieuw artistiek werk. Het kunstenaarsatelier krijgt daardoor een veel dynamischere invulling, omdat grenzen tussen productie en presentatie er versplinteren.

Wat me zorgen baart, Thomas, is niet zozeer dat een jonge generatie makers en publiek deze nieuwe vrije stedelijke zones als hun nieuwe habitat beschouwen, maar wel dat de bestaande (prestigieuze?) kunstenhuizen – waar de meeste subsidies naar toe gaan – geen aansluiting vinden bij die jonge mensen, die veel meer de diversiteit van de stad weerspiegelen.

Wanneer het structureel gesubsidieerde Vlaamse kunstenveld er niet in slaagt om zijn middelen, kennis, infrastructuur en macht – voor zolang het nog duurt – te delen, dan verliezen we onze relevantie en worden we, mee met de erfgoedpaleizen die we bewonen en bespelen, erfgoed.

Een politiek klimaat dat minder warm loopt voor de kunsten, zal deze nieuwe tijdelijke praktijken gebruiken als excuus voor nog maar eens een besparing. “Want zie eens hoe creativiteit haar weg vindt naar nieuwe stedelijke tussenruimtes, en dat zonder subsidies.” Vragen over fair pay, fair practice en de duurzaamheid van zo’n werkingen worden niet gesteld.

Voo?uit ontwikkelt zich sinds 2017 als een platform en laat haar zalen, studio’s en programma inkleuren door honderden collectieven, organisaties, gastcuratoren, scholen, bedrijven,… Dit levert een divers programma op, voor een even divers publiek. Nothing for everyone, something for everybody. Het is onze manier om mee deel te blijven uitmaken van een veelkleurig stedelijk cultureel netwerk. We co-financieren projecten in de wijken, organiseren concerten op locatie, nodigen drijvende krachten achter tijdelijke invullingen uit om met hun artiesten onze repetitiestudio’s te gebruiken, zijn mee motor van een nieuwe spectaculaire tijdelijke invulling: de Arsenaalsite in Gentbrugge,,…

Bij dit basiswerk is ons prestige nu eens een handicap, dan weer een troef.

Ik werk al lang in deze heerlijke sector om te weten dat straks de slinger weer de andere kant zal opgaan: sterkere focus op het individueel discours van de kunstenaar, minder verankering in de stad en de wereld. We zitten daar niet op te wachten, Thomas, maar we zorgen er wel mee voor dat de slinger niet te veel doorslaat. Wat ook de richting is. Duurzame evolutie is een kwestie van kleine stappen, eerder dan van revoluties.

Voor iemand die ongeduldig is, is dat een enerverende gedachte. Maar ook wel een geruststelling.

Hartelijk,

Franky Devos,

aansluiting vinden bij jonge mensen
Franky Devos

Franky Devos is algemeen coördinator van kunstencentrum Vooruit Gent. Een bruisend centrum met 300.000 jaarlijkse bezoekers. Sinds 1982 bieden ze tal van culturele evenementen aan, specifiek gericht op podiumkunsten, muziek, boeken en stad & transitie. Jaarlijks organiseert Vooruit 500 tot 600 eigen activiteiten. Daarnaast werken we ook samen met een groot aantal partners. Vooruit is een belangrijke ontmoetingsplaats voor een zeer divers publiek.

THOMAS JACQUES X DAMON DE BACKER - 2020 - 11

Thomas Jacques studeerde in 2014 af als psycholoog. Tijdens zijn stage raakte hij gefascineerd door het sociaal – artistieke werkveld. Een tijdlang voer hij mee met de Vrijbus, het dichterscollectief van vzw Wit.h. Daar kreeg hij de smaak voor het woord (en voor zijn toekomstige vrouw) ten volle te pakken. Op vandaag is hij coördinator van Het Lijsternest en vormt hij samen met Bram Terryn een tweekoppig collectief. Thomas Jacques is hoofdredacteur van het Magazine De Windstoot.

Deze website maakt gebruik van cookies. Door op ‘accepteren’ te klikken, ga je akkoord met ons privacybeleid.