Terwijl ik de tentoonstelling van Marianne Schipaanboord afbouw en de werken zorgvuldig inpak, denk ik logischerwijs aan de volgende praktische stappen, gaatjes opvullen, de muren egaliseren en retoucheren zodat alles er vlekkeloos en blank bij staat. Het onbeschreven witte blad als het ware, klaar voor het verhaal Kenny Callens.
Volgende week maandag bouwen we de tentoonstelling op van deze uitvinder van een grafische wereld die bengelt tussen fictie en realiteit. Een labyrintisch verhaal dat moet ontrafeld worden.

Terwijl het gips droogt, breng ik orde in mijn laptop. Op mijn bureaublad prijkt nog een afbeelding van het adembenemende werk dat Michiel De Jaeger me vorige week doorstuurde. Het is eveneens een werk dat nagevlooid moet worden. De foto, een opname van Muriel Thies, bevestigt dat Michiel en Irène Gérard uit La S Grand Atelier naadloos op elkaar ingespeeld zijn, als twee ervaren jazzmuzikanten die elkaar blindelings aanvoelen en ons in een oorzaak-en-gevolg interactie meenemen doorheen een spannende picturale trip.

Maar terug naar de orde van de dag. Een grote kleurenprint van Kenny Callens die zelfbewust poseert bij de artiesteningang van Muziekcentrum Kortrijk, kleef ik netjes op een houten drager. Die komt op een atelierezel in onze vitrine terecht. Het wordt een reuze blikvanger. De nog verpakte, ingelijste tekeningen lijken reikhalzend uit te kijken naar hun exposure.

Ik ook.

Deze website maakt gebruik van cookies. Door op ‘accepteren’ te klikken, ga je akkoord met ons privacybeleid.