Het museum als schip
Er is veel volk in de keet vandaag. Trouwens, over de keet gesproken, er zal hier straks daadwerkelijk een werfkeet deel uitmaken van de tentoonstelling.
De barak ruilde haar functie als tijdelijke huisvesting voor bouwvakkers in voor die van schuiloord voor de werkmannen en -vrouwen van de poëzie, met name het Vrijhaven collectief.
Het lijkt alsof we al jaren zochten naar deze specifieke bouwkeet, die enig mooi past bij de museum site. Ze straalt poëzie uit en is drager van een hele geschiedenis. Haar vale geel en roestig rood lijken een verbond aan te gaan met de muren van de museumsite. Maar tegelijk staat ze daar als een indringer. Het lijkt een vreemdeling die daar werd neergezet en het klassieke verwachtingspatroon bij een museumbezoek door mekaar schudt. Want ja, het staat vast dat je als bezoeker al meteen – voor het binnentreden van de site – in de beweging van De Windstoot zal worden meegesleurd. Je wordt van de werfkeet in een stuurhut gekatapulteerd: de stuurhut van kapitein Kenny en zijn kornuiten. Ze lijken te zeggen: ‘welkom in het Narrenschip’, het museum als schip dat dankzij een flinke windstoot eindelijk aanmeren kan.
Peter, Ann, Kenny (uitgebreid met Dephine), de hoeders van de poëzie, hebben hun oorspronkelijke plan al behoorlijk bijgeschaafd. We voelen dat de balans goed komt te zitten. Vandaag wordt een gedicht op een van de wanden geschilderd. Er is verder nog een video voorzien, wat werfmeubilair en enkele belangrijke attributen die naar de stuurhut verwijzen.
Even verderop in de site is het Anemoi collectief ijverig aan het werk. De opbouw van hun sculptuur gaat met rasse schreden vooruit. Het is een druilerige dag en week. De regen valt met bakken uit de lucht maar niks houdt al deze kunstenaars tegen. De Windstoot zal staan als een huis!
niks houdt al deze kunstenaars tegen