Het beeldend aandeel
Wat zal het beeldend aandeel zijn in het Anemoi verhaal? Dat is de hamvraag die ons deze morgen samenbrengt met Diederik en Anne, nog voor de rest van het gezelschap ons vervoegt.
Hun plan gaat uit van de tekening van een windroos. Het windkruis hoeft niet per se letterlijk uitgetekend te worden, het kan evengoed slechts een metafoor zijn. De vorm als dusdanig kan geabstraheerd worden en resulteren in een totaalinstallatie waarbij de vier polen (lees windstreken) gevarieerd sculpturaal uitgewerkt worden.
Er werd al van meet af aan expliciet gekozen om Anemoi een volwaardig onderdeel te laten zijn van de tentoonstelling. De tijdelijke aanwezigheid van de performers binnen hun beeldende installatie vormt dan telkens de verlevendiging van dat environment. Het gesprek leidt ons via vele praktische en inhoudelijke obstakels naar een uitkomst. De installatie zou haar onderkomen kunnen vinden in het onthaal van het museum. De onthaalruimte als een plek voor interventie hadden wij in ons embryonaal plan ook al meegenomen. Een totaalinstallatie bij het binnenkomen zal de bezoeker op slag al meevoeren doorheen het verdere verhaal van De Windstoot.
Een constructie als drager van een auditieve interventie, als een bijna werf die inbreekt in de klassieke structuur. Dinsdag a.s. spreken we in Museum dr. Guislain af om die mogelijkheid in te schatten. De ruimtebeleving zal het potentieel alvast doen groeien.
Ondertussen komt de rest van het gezelschap een voor een binnen gesijpeld. Eerst de vroege vogels, Ivan en Laurence, nadien de anderen. We verwelkomen vandaag ook twee van de drie nieuwkomers, jawel! Inez Vanalderweireldt en Timnah Van den Reeck zijn er nu pas voor het eerst bij. En Maxim Pauwelyn, die sluit dan de eerstvolgende keer mee aan. Maar dat hoeft geen probleem te zijn. Het collectief is er nu net een in beweging. Maar hoe sterk hun bijdrage wordt, dat kunnen we nu nog niet voorspellen.
Er volgt een lang uitgesponnen sessie. Dit biedt de nieuwkomers de mogelijkheid om zich gestaag te integreren in de atypische voortgang van klanken en de daarbij horende opvattingen en parameters. Diederik speelt een drone af op zijn laptop. De langere tijdsduur biedt de kans om hun wendbaarheid en durf langzaam te laten ontspinnen. De langgerekte oefening verloopt in decrescendo en sterft heel langzaam uit. Met de allerlaatste ademstoten, dicht tegen de stilte aan, loopt de repetitie op haar eind.
een bijna werf