Een speeltuin
Michiel De Jaeger vat in enkele alinea’s zijn coöperatie met Irène Gérard samen. De twee waren in de prezomer te gast bij Wit.h met de tentoonstelling ‘Les Gueules Cassées’. Vier maanden later is hun samenwerking met Wit.h allerminst afgerond.
Integendeel, het formidabele stel ontvouwt het thema verder binnen De Windstoot expeditie. Recent waren ze te gast in een residentie bij Atelier Goldstein in Frankfurt. Die werkweek in september beschouwen ze als een mijlpaal binnen hun expeditie. En nu schakelen ze verder, schrijden ze voort, voorjaar 2023 tegemoet. Het maakt ons nieuwsgierig.
Het is hoogst raadzaam om tussendoor getuige te zijn van de weerspiegelingen van de kunstenaars tijdens hun zoektocht. Zo schrijft Michiel in zijn neerslag dat de spelfactor een belangrijke plaats inneemt in het proces dat ze lopen. Ze laten zich niet toevallig inspireren door de meesters van het irrationele en het toeval, de surrealisten.
Niettegenstaande reveleert het artistieke spel ook een grote complexiteit. Doorheen dit soort uitwisseling stuiten ze ook op talloze aspecten van het leven. Dat maakt het niet minder boeiend.
‘Maar hoe dan ook worden in dit krachtenveld onze kinderlijke vermogens opnieuw geactiveerd’, schrijft hij. Spel als plezier, als hoeder van het onvoorspelbare, lees ik tussen de regels.
Hij verwijst daarbij naar een aankondiging voor de huidige jaargang van Kunstforum International (Art-Play) waarin kunstcritica Larissa Kikol het heeft over kunst als ‘de betere kindertijd’.
De kunstwereld als een speeltuin, daar in de diepe Ardennen …
kunst als ‘de betere kindertijd’