Een observatieplek
De opbouw van de tentoonstelling start en we werken vaker en vaker ter plekke in het museum. Kunstenaars zijn mensen die van ruimte houden. De beste manier is om samen met de productiemedewerkers te overleggen ter plekke.
Dirk Zoete komt nog eens de plek bekijken waar de installatie ‘Nachtmagenta’ komt die hij samen met Dirk Geffers maakte. De ruimte is net iets anders. We bekijken waar de ‘poort’ komt en beelden ons in ons wat de bezoeker straks zal zien. Ook Jonas en Jens van Topo Copy komen langs. Zij hebben een alternatief bedacht voor het presenteren van het Crip Manifest dat ontstaan is naar aanleiding van 20 jaar Wit.h. We hebben besloten om het manifest een plek te geven in het museumcafé.
Als je daar vaak zit, voel je hoe dit het centrum is waar alles samen komt: de bezoeker van de tentoonstelling blaast hier uit bij een kop koffie. De bewoners van het ziekenhuis komen een stuk chocolade halen. De verpleegsters in opleiding eten hier hun boterhammen. Het team passeert, de techniekers van ziekenhuis pauzeren hier. Je krijt een gezellig mix.
Ik hoor hoe de nieuwe vrijwilliger aan de toog vragen stelt aan de geroutineerde vrijwilliger. Een van de suppoosten komt roepend binnen. De eerste keer kijk je op maar eenmaal vertrouwd, weet je zijn humor te appreciëren, zijn humeur ook. Ik hoor de nieuwe vrijwilliger zacht en in gebroken Nederlands vragen: zot? Agressief? De andere probeert uit te leggen dat wij het woord zot niet meer gebruiken in onze Nederlandse taal, dat dat iets van vroeger is. En dat mensen in de psychiatrie en de sleutel niet agressief zijn. Dat ze helemaal niet bang moet zijn.
Terwijl Jonas van Topo Copy een proef van het manifest met de ogen van Klaus Compagnie tegen de wand houdt komt een andere vrijwilliger binnen. Dit gaan jullie hier hangen? AMAI! MOOI! En FEL! Dat gaat zeker opvallen. En als wij maar niet zot worden van die kleur roept ze naar de vrijwilliger aan de toog…. En ze lacht luid.
zot is iets van vroeger