Niks van het enthousiasme, niks van de verworvenheden is uit de herinnering gewist. Integendeel, het nieuwe muzikale jaar wordt zonder veel introductie en poeha ingezet. Met zijn allen duiken ze meteen in de opwarming, zoals ze dat al tweewekelijks gewend waren.
De warming up loopt geolied. De stemoefeningen bestrijken een scala van mogelijkheden, van ritselend naar neuriënd, schoorvoetend, om dan weer op te flakkeren, tegen elkaar aanbotsend, ritmisch en kwebbelend.

Van traag naar snel, gelaagd bouwt een vocale stroming zich op. Aan het eind wordt die ondersteund door een bescheiden instrumentarium waaronder – jawel – een panfluit.

Een opvallend object wekt al de hele voormiddag de aandacht. Trots demonstreert Ivan zijn ‘muziekkast’. Het is een fraai beschilderd houten object dat hij in de late herfst onder begeleiding van stagiaire Suzanne maakte. Dirigent Diederik gaat in dialoog met Ivan. Samen nemen ze plaats bij het object en improviseren. In elke lade van het kastje zit een snaar gespannen waarop Ivan tokkelt. Diederik op zijn beurt hanteert en bespeelt datzelfde object als een Cajòn. Het doet immers denken aan die typische Peruaanse handtrommel met houten slagvlak.

Anne geeft tussendoor een demonstratie van wat voor klanken de bestanddelen van een piano kunnen voortbrengen. Ze stouwde deze ochtend een trolley vol met allerlei componenten die zich schuilhouden in de romp van de piano. De volgende keer knutselen ze samen klankobjecten in elkaar met al deze kleine elementen.

Na de middagpauze worden de oefeningen van daarnet hernomen maar deze keer in een lange, uitgesponnen versie. Daarop volgt een korte evaluatie. Diederik schetst zijn intentie om weldra vier karakters uit te werken. Zo groeit het proces en krijgt het experiment langzaamaan een vorm. Mijn oren en ogen zeggen dat het goed is: er zit snee op. De vocalisten en muzikanten zijn ad rem. De vaart zit erin. Een goeie vaart.

Trots

Deze website maakt gebruik van cookies. Door op ‘accepteren’ te klikken, ga je akkoord met ons privacybeleid.